In de tuin is het een drukte van belang met alle moestuinbeestjes. Het zoemt er volop met alle bijen en hommels. De krekels tjirpen in het zomerse gras. Er hippen jonge lijsters, merels en jonge groene en bonte spechten.
De bloemen staan in bloei, er zijn veel komkommers en courgettes en er zijn blauwe bessen, Japanse wijnbessen en bramen. Het is een klein paradijsje van overvloed. Maar ook een kwetsbaar klein stukje land in een Nederland vol afnemende biodiversiteit en in een aangebroken lange periode vol klimaatextremen.


In de tuin horen de donkerrode en lichtroze stokrozen tot mijn favorieten. Net zoals de lichtgevende oranje goudsbloemen en uitbundige gele, oranje en oranjerode bloemen van de Oost-Indische kers. En niet te vergeten de roze en rode dahlia’s en gele Koeienoog en Griekse Alant. Genietend van de koffie in onze ‘bomentuin’, die nu het derde groei jaar in gaat, voel ik me ineens steeds kleiner worden terwijl ik om me heen kijk. Dit komt omdat de bomen zo hard gegroeid zijn! De Gingko is alweer 4,5 jaar oud en doet het goed. Ik hoop dat de walnoot en Gingko hier groot én heel oud mogen worden.

Een gedachte die door me heen schiet, is het zaad van het Mottenkruid, dat op een stapeltje met afgestorven stengels van vorig jaar ligt. Het kan zelfs nog na 140 jaar ontkiemen! Vorig jaar stond dit tweejarige kruid zo prachtig in onze tuin in bloei. Misschien was dit wel een ontsproten uit een zaadje van 1880. Dus hier ligt een hoopvolle belofte voor de Arcenaren die zullen leven in 2160. Hopelijk groeit, bloeit en leeft er dan nog steeds van alles wilds in en rondom Arcen en in Nederland.

Leestip: ‘Briljant groen. De intelligentie van planten’, door Stefano Mancuso, Alessandra Viola
Leuk en leerzaam: Erik’s Blog over alle moestuinbeestjes in onze tuin

Klik op de link om video te starten: Video 2022-07-14